Lezing over de vergeten ramp van 1825

De Vereniging Historie Weststellingwerf (VHW) organiseerde in Zalencentrum De Rank in Wolvega een lezing over de vergeten watervloed van 2 februari 1825, nu 200 jaar geleden. Arnoud van de Ridder uit Oudemirdum hield een boeiende lezing en schreef het boek over de stormvloed van 1825. Hiervoor was veel belangstelling.

De ‘vergeten’ watervloed van 1825 is qua grootte en rampzaligheid te vergelijken met de Sint-Elisabethsvloed van 1421 en de ramp van 1953 in Zeeland en Zuid-Holland. De afgelopen eeuwen zijn er tientallen kleinere en ook grotere (bijna) watervloeden geweest in ons laaggelegen kikkerlandje. En de vele hoosbuien van 2023/2024 waren zeker niet de laatste in ons Friese land. Watersnood, stormramp, watervloedramp, stormdepressie, vloedramp, waterramp of stormvloed. Diverse woorden in soorten en samenstellingen die allemaal dezelfde ramp van 1825 aangeven. Op sommige plekken kwam het water drie meter hoog te staan.

De ramp van 1825 ligt minder vers in ons geheugen. Er waren slechts zeventien slachtoffers, de communicatiemiddelen waren beperkt en het land stroomde wel vaker onder. En ook toen ging het leven gewoon door. Toch is het de moeite waard de ramp uit de vergetelheid te halen. Ten eerste omdat er vanaf 1826 tot aan 1830 duizenden mensen stierven vanwege de malaria, gevolgd door misoogsten, hongersnood en zoute bouwgronden. De demografische dip in Vriesland (tot 1849 werd Friesland met een V geschreven) had grote gevolgen. Pas tegen 1830 zouden de samenleving en ‘het leven’ weer op het niveau zijn van voor 1825.

De ramp bracht voor het eerst ook een Nederlands saamhorigheidsgevoel tot stand. Provinciaal gezien kwam de hulp redelijk snel op gang en uit alle delen van het land werd geld gedoneerd, werden levensmiddelen gebracht en andere vormen van hulp bereikten de getroffen gebieden. Koning Willem I schonk 100.000 gulden, maar hij heeft het Friese rampgebied nooit bezocht. Nederland kwam uit de Franse periode, kreeg langzaam een eigen vorm en de ramp verspreidde zich meer en meer via de bedrukte media. Ook het van nature hulpverlenende ‘karakter’ van de Nederlanders droeg bij aan de hulp van de slachtoffers in “Vriesland”. De ramp is weliswaar ‘vergeten’ maar deze is prima gedocumenteerd. In private archieven, bij historische verenigingen, oude kranten, de publieke overheid en bij historische eenlingen is veel informatie aanwezig. Dagboeken, originele handschriften, documenten, prenten en kaarten, brieven en veel ander materiaal is beschikbaar om een nagenoeg compleet beeld te krijgen.

“Ter ere van het herdenkingsjaar 2025 laat ik in het herdenkingsboek de watervloed van 1825 herleven door niet alledaagse onderwerpen uit die periode te belichten. Daarbij ben ik zeker niet compleet en er zal zeker iets ontbreken. Ik hoop echter een breed lezerspubliek te boeien en te tonen hoe bijzonder ook de ‘kleine’ verborgen geschiedenis kan zijn. Die keuze maak ik, om vanuit gedegen onderzoek de lezer een goed inzicht te geven in de ramp in relatie tot het dagelijkse leven van toen.”.

Arnoud van de Ridder uit het Gaasterlandse Oudemirdum heeft Aardrijkskunde en Geschiedenis gestudeerd aan de Lerarenopleiding te Utrecht. Hij heeft een grote voorliefde voor het Nederlandse landschap en de manier waarop daar invulling aan wordt gegeven. Hij is erkend natuurgids van het Instituut voor Natuureducatie (IVN) en combineert natuur, landschap en leefomgeving met de liefde voor de kleine familiegeschiedenis in zuidwestelijk Friesland. Zo schreef hij een boek over de geschiedenis van het Oudemirdumerklif en een over de Lindeboom en de Oude Balksterweg nabij bos Elfbergen in Gaasterland. Het boek over de stormvloed van 1825 van zijn hand verschijnt eind januari 2025. Bij de afsluiting van de lezing ontving VHW-voorzitter Jan Zwolle een oude kaart van de spreker.

Activiteiten in de gemeente
Evenals in 80 andere plaatsen in Friesland worden op 2 februari de klokken geluid. Dat gebeurt om 20.00 uur en de klokken zullen 18 minuten en 254 seconden luiden.  Ook de gemeente organiseert activiteiten. Zo wordt op 5 februari een monument onthuld bij de begraafplaats aan de Weerdijk in Nijeholtwolde. Daar kwamen drie mensen tijdens de stormvloed om het leven en nog zes in andere plaatsen. Verder wordt in het gemeentehuis in Wolvega een tentoonstelling ingericht.
FOTO’S: Lenus van der Broek

Dit vindt u misschien ook leuk...