150 verschillende soorten nachtvlinders op vogelakker in Elsloo

Het is al even geleden dat deze waarneming is gedaan, maar we vinden het zeker het vermelden waard. Afgelopen zomer, in juli heeft Gerrit Tuinstra (van vlinderwerkgroep Friesland én werkzaam bij Landschapsbeheer Friesland)  tijdens één van zijn vele nachtvlinder tellingen maar liefst 150 nachtvlinders waargenomen op een vogelakker in Elsloo. 

De nachtvlinders zijn niet de specifieke doelsoorten waarvoor een vogelakker wordt aangelegd, dat zijn o.a. de gele kwikstaart en veldleeuwerik, daarnaast profiteren muizen en uilen mee. Maar deze telling van nachtvlinders laat zien dat het agrarisch natuurbeheer een breder bereik heeft dan alleen de doelsoorten waarvoor het beheer in eerste instantie wordt afgesloten.

Er zijn vele malen meer soorten nachtvlinders, dan dagvlinders. Echter, doordat ze ’s nachts vliegen zijn ze minder bekend dan de dagvlinders, maar daardoor niet minder belangrijk. Nachtvlinders vormen een belangrijk deel van de voedselketen. De rupsen worden gegeten door veel (broed)vogels, vooral mezen voeden hun jongen met de rupsen. De vlinders zelf zijn voedsel voor vleermuizen en loopkevers. Daarnaast zijn de nachtvlinders, net als dagvlinders, bijen en andere insecten goede bestuivers. 

Om nachtvlinders te tellen wordt een wit laken, rechtopstaand, strak gespannen met een felle lamp ervoor. De vlinders worden aangetrokken door het licht en gaan op het witte laken zitten. Op deze manier kunnen ze goed worden bekeken, gedetermineerd worden en kan een inschatting gemaakt worden van het aantal exemplaren. 150 verschillende soorten in één nacht is een heel mooi resultaat. Maar wanneer er verspreid over het jaar meerdere keren wordt geteld, kunnen er wel 600 tot 700 verschillende soorten worden gevonden. De gunstige ligging van dit perceel ten opzichte van het natuurgebied de Schaopedobbe en kwekerij de Cruydthoeck spelen hier zeker een rol.

Bijzondere waarnemingen tijdens deze telling zijn toch wel de prachtmot en de bruidsmot. Deze beide soorten zijn in het noorden van Nederland (en vooral in het binnenland) vrij zeldzaam. Het lijkt er wel op dat ze zich wat uitbreiden qua leefgebied, maar Gerrit Tuinstra had ze hier nog niet verwacht. 

Rupsen van de prachtmot leven op klavers, waaronder rolklaver. Op de vogelakker groeien diverse klaversoorten, waar deze vlinder dus van kan profiteren. De rupsen van de bruidsmot zitten o.a. op wilde peen, ook dit is een soort die op de vogelakkers groeit.
Ook de geblokte zomervlinder is bijzonder, maar die komt beslist uit het aangrenzende natuurgebied. Deze soort zien we in Friesland maar weinig, maar de Schaopedobbe (ligt naast de vogelakker), Fochtelooerveen en de Kale duinen zijn voorbeelden van natuurgebieden waar die soort voorkomt en daarbuiten niet.

Dit vind je misschien ook leuk...